Archive for Geen categorie

Update vanuit de Rockies

Fotograferen
Voor de perfecte foto doe ik alles. Op een rots klimmen, buikligging, rugligging, in een boom klimmen. Of een steil pad vol kiezelsteentjes afdalen. Dat ging bijna goed. Toen de steentjes begonnen te rollen, rolde ik gezellig een stukje mee om voor de voeten van een man tot stilstand te komen. Hij vroeg me of alles goed was. ‘I think so,’ antwoordde ik met een klein stemmetje. Mijn voet deed behoorlijk pijn. Waar was mijn reddende ridder? Vanaf liggende positie zag ik hem met zijn handen in de zakken flierefluiten! Zag hij me niet? Ik strompelde omhoog. ‘Zag je me niet vallen?’ ‘Jawel, maar vanaf hier maak je veel mooiere foto’s. En twee gewonden op een dag is teveel.’
PS Toen we ’s avonds onze foto’s vergeleken was de zijne mooier, maar dat toegeven… nooit!

Amerikaans
Toen ik met iemand sprak over de indentiteit van de Canadees, zei hij: ‘one thing I know for sure, we’re not Americans.’ Toch hebben ze wel Amerikaanse gewoontes. Als je hier koffie besteld, krijg je een kartonnen beker die zo groot is dat er gemakkelijk drie Nederlandse kopjes inpassen. Als je uit eten gaat zit je meestal in grote ‘diners’ met tafels met een plastic kleedjes. En ook de vrachtwagens zien er Amerikaans uit.

Beer gespot! (3x)
Gisteren een kleintje langs de weg. Dacht eerst dat het een kat was en was te laat met stoppen. Maar vandaag twee! De eerste liep alweer snel de bosjes in. Maar daarna liep een grote beer gewoon langs de weg. Nu kunnen we eindelijk meepraten wanneer mensen hun beren-verhalen te berde brengen.

WiFi
Geen WiFi in de Rockies. Nop, nada, niets. Ook geen 2, 3 of 4G. De wereld is onbereikbaar voor ons, wij voor de wereld. Een raar gevoel. We moeten echt afkicken, onze vingers zoeken knoppen, toetsen. Gelukkig hebben we aardige buren in dit motel, en zo zonder telefoons maak je nog eens gemakkelijk een praatje. Vandaag gelukkig weer online!

Wie is die Canadees?

Waar zijn we?
Na een binnenlandse vlucht van Toronto naar Galgary zijn we aangekomen in West-Canada. In het plaatsje Banff dat in de Canadese Rocky Mountains ligt. En het is alsof je in een gefotoshopte, 3D promotiefilm voor Canada bent terecht gekomen. Schitterend!! De natuur op haar best. En de film gaat maar door, je valt van de ene verbazing in de ander. Vandaag trekken we een stukje verder en eigenlijk heb ik nu al het idee dat het niet mooier kan worden. De reisbeschrijving beweert echter iets anders…

Oost Canada
Het eerste deel van onze reis, Ontario, is afgesloten. Tijd voor reflectie. We hebben ontdekt dat je ons niet te lang in een stad moet stoppen. Montreal was onze eerste pleisterplaats. Leuk om doorheen te wandelen maar ook heel druk, veel verkeer. De oude binnenstad is het meest aantrekkelijk, evenals het havengebied. Maar ook hier staan ook veel gebouwen te wachten op…? Wij zouden zeggen de sloop. Toronto zijn we precies een namiddag en avond geweest. Lang genoeg. Wat een flats, wat een verkeer, wat weinig zon tussen de hoge gebouwen. Veel zwervers ook, die soms midden op een trottoir liggen te slapen. Ach wat zielig, denk je wanneer je er net als ieder ander met een boog omheen loopt. Een positieve uitzondering was Ottawa. Schoon, weids, lieflijk. Ook veel verkeer zoals in iedere stad maar ook veel plekken waar je rustig kunt wandelen en fietsen. Prachtig kanaal met sluizen, indrukwekkend parlementsgebouwen, mooie winkelstraten. Wat mij betreft een aanrader!! Waar we erg van genoten hebben in Ontario, was ons verblijf in Algonquin National Park. Wat een heerlijk huisje en wat een uitzichten over de vele meren. En verder waren de ontmoetingen met onze familie erg gezellig! En het platteland van het oosten met de huizen langs de weg waar soms heerlijk veel rommel omheen verzameld ligt.

De Canadees
We zijn er nog steeds niet uit. Hoe typeer je een Canadees? In Europa, dat qua oppervlakte zo’n beetje in zijn geheel in Canada past, zijn zoveel verschillende types. Een Engelsman is heel anders dan een Italiaan, een Zweed is geen Hongaar. In Canada lijken de mensen meer op elkaar. Natuurlijk zijn we niet in Newfoundland geweest, noch in het hoge noorden. Wellicht vormen zij een uitzondering, maar de Canadezen die wij ontmoet hebben zijn niet in vakjes op te delen. Eigenlijk vind ik dat ze qua uiterlijk best op Nederlanders lijken. Het voelt vaak zo vertrouwd. Het Engels dat ze spreken is zeer toegankelijk, geen accenten. ‘Hi guys, how’s your day?’ Soms word je een beetje moe van die vraag, want om nou twintig keer per dag te zeggen ‘Good, and how are you?’ lijkt steeds meer op het opvoeren van een toneelstukje. Maar het is een manier om in contact te komen. Canadezen houden wel van een praatje.

Prijzen
Ik denk dat Canadezen heel goed kunnen tekenen. Want als je ergens een prijs ziet, is dat nooit de echte prijs. Er komt standaard 15% belasting overheen. Maar dan ben je er nog niet. Iedereen die een dienst verleend (hoe klein ook) verwacht een tip van zo’n 10 a 15%. Die reken je dan uit over het bedrag zonder belasting. Als je via een pinautomaat afrekent in een restaurant, komt altijd de vraag of je de tip in dollars of in procenten wilt afrekenen. Niet of je überhaupt een tip wilt geven. En niets is hier echt goedkoop.

Beren, elanden en wapiti
Je komt ze nogal eens tegen. Nee, niet de dieren zelf gelukkig, maar de waarschuwingsborden. Er loopt hier een moeder grizzly beer rond met haar jong. Ze kan agressief reageren. Zelfde geldt voor de wapiti. En elanden kunnen zomaar voor je auto springen, dus kijk uit! Gisteren sprong er inderdaad iets uit het bos tevoorschijn. Berggeiten maakten een sprintje over de weg!

Reizen of vakantie?

Over reizen moet je niet te licht denken. Als je ’s morgens wakker wordt vraag je je af of je nog in Ottawa bent of misschien al in Toronto. Wanneer je ’s avonds in je hotelkamer komt met een hoofd vol indrukken, moet je nog foto’s overzetten, een verslag schrijven, je spullen voor de andere dag klaarzetten en (inmiddels) ook zo af en toe wat ondergoed en sokken wassen. Veel tijd om te bloggen blijft er niet over. Daarom vandaag een foto van de Niagara watervallen en van een bezoek aan neef Paul en zijn vrouw in Guelph die ons ‘Mennonite Country’ lieten zien. Oké, een en korte anekdote.

Canada rekent nog veel in oude maten. Ze hebben gelukkig wel kilometers, maar de rest wordt vaak uitgedrukt in feet, inches, pounds en ounces. Zo ook in het restaurant.
‘Een glaasje wijn, alstublieft.’
‘Prima, wilt u 5 ounce of 9 ounce?’
Manlief kijkt naar de prijzen en bedenkt dat de eerste wellicht een karafje is en de tweede een hele fles, en antwoordt: ‘5 ounce, please and an extra glass for my wife.’
De server verblikt noch verbloost en komt even later inderdaad met een leeg glas voor mij, en een ander glas dat slechts voor de helft gevuld is met wijn voor hem.
‘Thank you very much,’ zegt hij en het klinkt alsof het helemaal zo bedoeld is.

Overweldigend

Deze foto is van het WiFi-huisje op Algonquin Park. De enige plek waar je digitaal kan communiceren met de rest van de wereld. Iedere dag brachten we er wel een uurtje door (met wat andere verslaafden), meestal in een temperatuur van zo’n 30 graden. En daarna weer snel naar onze veranda met uitzicht op het meer. En wat zagen we daar gisterenavond opeens????

 

 

Een eland die onze tuin inliep, zich omdraaide, een andere tuin bezocht en uiteindelijk een stukje ging zwemmen!!

Gisteren hebben we een prachtige fietstocht gemaakt door het Algonquin Park.
Ik: ‘ik zou nog meer genieten als ik zeker wist dat we geen beer tegenkwamen.’
Aad: ‘ik zou nog meer genieten wanneer ik een beer zou zien!’
Ik: ‘waarom in hemelsnaam?’
Aad: ‘ik hou wel van een beetje avontuur. Eerst een foto maken, dan jou redden uit de klauwen van de beer.’
De schat.

Vandaag hebben we een lange dag in de auto doorgebracht, er waren veel files op weg naar Niagara-on-the-Lake. Maar we zijn er! De Falls bezoeken we morgen, dat is een half uurtje rijden vanaf hier. Tegenover het hotel ligt een parkje, achter het hotel stroomt de Niagara River, verderop ligt het Ontario Lake. Buiten is het zo’n 30+graden maar bij de airco en de gratis WiFi in de hotelkamer is het aangenaam bloggen. En straks staat er een mooie wandeling op ons program. Have a good one, zeggen ze hier. Fijne dag!

Deze chipmunk bezoekt regelmatig onze veranda. Ze zijn supersnel, klimmen in bomen en bedelen om pinda’s. Vandaag zagen we er zelfs een zwemmen!! 

De onderstaande foto is van een Humming bird, een kolibrie. Ook die vliegt hier gewoon rond.

 

 

 

Enjoy!

Vandaag toosten we op het goede leven. Want hoe goed wil je het hebben? Na een schitterende rondvaart door de Thousand Islands (kleine eilandjes waar mensen hun eigen paleisjes op hebben gebouwd) bij Kingston, zijn we na een lange autorit beland in Algonquin Park. Tijdens de rit hadden we soms het gevoel dat we alleen op de wereld waren. Geen kip of mens op de weg. Dan ben je nog eens blij om een tegenligger tegen te komen.
Onze lodge heeft een prachtig uitzicht over de Two River Lake, en er ligt een kano voor de deur die we tijdens ons verblijf mogen gebruiken. Guess what we’re doing tomorrow… Het huisje ligt op een kleinschalig park waar je in het restaurantje gezellig en lekker kunt eten. Wandelpaden zijn er te kust en te keur en de beren en elanden houden zich verre van mensen. Althans volgens de dame achter de receptie. ‘Zij zijn banger van jou dan jij van hen,’ probeerde ze mij gerust te stellen. Hoewel ik niet geloof dat er zulke bange beren bestaan, knikte ik vriendelijk. ‘En mocht je onverhoopt toch een beer of eland zien,’ vervolgde ze met een glimlach, ‘prijs je dan gelukkig. Het overkomt slecht een enkeling.’

The Fairmont

En dan ben je zomaar opeens een wereldreiziger en leef je vanuit een grote koffer waarin je natuurlijk nooit iets kunt vinden. Volgens mij gaan mannen heel anders met zo’n koffer om dan vrouwen. Voor hen is het simpel. Je opent je koffer en trekt het shirtje aan dat toevallig bovenop ligt. Bij vrouwen werkt dat heel anders, wij maken iedere dag opnieuw een weloverwogen beslissing. Voordat we weten wat we aantrekken kijken we naar buiten. Schijnt de zon of regent het? Welke activiteiten staan voor vandaag gepland? Wat dragen de mensen om ons heen? Hoe is de omgeving? Is er nog een vestje nodig en zo ja, staat dat vestje bij het shirtje dat we inmiddels in gedachten hebben. Op basis hiervan wordt een keuze gemaakt. En natuurlijk ligt dat ene shirtje dat we uitkiezen toevallig helemaal onderop, verstopt onder de sokken.

We trekken van hotel naar hotel. Onze reisorganisatie heeft alles geboekt, alles wat wij hoeven doen is het vinden van het adres. En dan kom je soms voor verrassingen te staan. Zoals in Ottawa. Toen we het hotel gevonden dachten te hebben, keken we wel drie keer op ons briefje. Fairmont Hotel Laurier, 1 Rideau Street. Het adres klopte. We stonden voor een enorm kasteel met een oprit, Porsches voor de deur en mannen in rode jassen. Ik rechtte mijn rug, zette een filmsterrenglimlach op en probeerde te doen alsof dit heel normaal was. Maar bij het binnengaan van onze kamer lukte dat niet meer. Twee enorme bedden, twee (!) badkamers, zachtgroene fauteuils en een lel van een flatscreen. De glimlach viel van mijn gezicht bij het openvallen van mijn mond.
Toen we ’s avonds onze familie bezochten en zij vroegen in welk hotel we logeerden, antwoordden we luchtig ‘The Fairmont.’ Vergis ik me of werden we opeens met andere ogen bekeken?

Tante Henny

Toen ik 4 was emigreerde ze naar Canada. Een heel ver land, werd mij verteld, waar je alleen met het vliegtuig of met een heel grote boot naar toe kon. We zwaaiden haar uit op Schiphol. Na een tijdje arriveerden er blauwe brieven. Deze brieven bestonden uit een dun velletje papier en dat papier was zowel brief als envelop als postzegel. Het intrigeerde me enorm. Ik wilde er altijd even aan voelen, niet alleen omdat het zo lekker knisperde maar ook omdat het zo’n lange reis had gemaakt. Het had iets exotisch.
Mijn tante emigreerde aanvankelijk voor twee jaar, ze wilde gewoon een avontuur. Daarna zou ze weer terug naar Nederland komen. Maar ja, de liefde gooide roet in het eten. Ze trouwde met een Canadese man en samen kochten ze een huis aan de Blossom Drive in Ottawa. En voor mij als kind bestond Canada uit niet meer dan tante Henny, de Blossom Drive en Ottawa.
Toen we een paar dagen geleden in Montreal arriveerden, had ik dan ook helemaal geen Canada-gevoel. ‘Dit kan ook een stad zijn in Frankrijk, Italië of Amerika,’ riep ik enigszins teleurgesteld. Het leek in het geheel niet op het ‘exotische’ land waarnaar mijn tante ooit was geëmigreerd.
Maar nu zijn we in Ottawa. In Canada! Wat een heerlijke stad met prachtige vergezichten en keurig verzorgde straten en gebouwen. Gisteren hebben we als echte Nederlanders fietsen gehuurd en zijn we langs het Rideau Kanaal gefietst. En natuurlijk zijn we op de Blossom Drive geweest, het hart van Canada. Natuurlijk werden we hartelijk door tante Henny ontvangen. Morgen trekken we verder om onze Canadese horizon te verbreden, maar vandaag genieten we nog een dagje van deze prachtige stad.

Dat meen je niet!

Ken je die mop van Sam en Moos die naar Canada gingen? Nee? Ze gingen niet. Het scheelde niet veel of de namen Sam en Moos hadden naadloos door onze namen vervangen kunnen worden.

Na het inchecken en vele veiligheidscontroles, kwamen we de vertrekhal van Schiphol binnen. Ha, een Starbucks. Tijd voor een versnapering. Maar eerst nog even een Canadese stekker kopen. Bij het afrekenen hoor ik opeens ‘Shit, shit, shit!!!’
‘Wat is er?’ stamel ik.
‘Portemonnee weg, mobiel weg.’
We denken hetzelfde. Hiervoor Schiphol eindigt onze reis. Want wat moet je zonder creditcard, zonder rijbewijs, zonder bankpassen en zonder de mobiel waarop alle reisinformatie staat? Terwijl ik met trillende handen de stekker afreken, holt mijn reisgenoot terug naar de douane. ‘Komt vast goed, mevrouw,’ probeert de verkoper me gerust te stellen. Ja, jij lult lekker, denk ik. Na twintig minuten klinken verlossende woorden. ‘De goden zijn ons goed gezind, de spullen lagen bij de informatiebalie!!!’

Maar je moet de dag niet prijzen voor het avond is. Onze reisorganisatie had ons al gewaarschuwd voor het autoverhuurbedrijf (Hertz, nooit kiezen!!!). Ze willen je van alles aansmeren. En ja hoor. Er zat zogenaamd geen navigatie in de auto, we moesten bijbetalen. Een tweede chauffeur voor de huurauto? Bijbetalen! Totaal bijna 500 dollar. Ik herhaal 500 dollar.
Aan me nooit niet!!!
‘Dat was niet afgesproken!’ krijs ik nu bijna. Het is al midden in de nacht in Nederland, we zijn doodop. De man verblikt of verbloost niet. ‘Inclusief? Staat niet bij mij in het systeem! Maar als u zegt dat het inclusief is, dan zal het wel!’
Na veel gedoe en gepraat uiteindelijk en toch nog 15 dollar teveel betaald. Stelletje oplichters hier in dit land. Uiteindelijk verlaten we de parkeergarage in ‘onze’ Jeep Wrangler (dat dan weer wel) en rijden naar Montreal. En nu maar hopen dat we snel voldoende aardige Canadezen ontmoeten om onze vooroordelen te ontkrachten.

Wie? Ik?

Paspoorten, vouchers, tickets, kleding, pillen, tandpasta, regenjas, broeken, boeken, denken de achterblijvers wel aan de plantjes, de zonneschermen, de vuilnisbak… beter een lijstje maken, afspraak tandarts afzeggen, zonnecrème kopen, en hoeveel mag die koffer eigenlijk wegen? Zo weinig?

Een artikel over vakantiestress adviseert om vooral goed uitgeslapen op vakantie te gaan. Anders begint de vakantie niet goed. Dan scheld je en raas je en tier je en is er op de heenreis al ruzie. Gelukkig ben ik de rust zelve.

Wel zorgen voor een volle koelkast voor de achterblijvers, huis moet schoon, bedden verschoond, was doen, strijken, welke kleren neem ik mee? Toch wel die nieuwe gympen. Ze zitten voor geen meter maar leuk, leuk, leuk.

Aangekomen op je bestemming, vermeldt het artikel, moet je vooral de tijd nemen om te acclamatiseren, om rustig je ritme aan te passen, om op regelmatige uren te eten en om vooral de eerste dagen niet veel te ondernemen. Gelukkig is ons schema niet overbelast. We zijn overal minstens een hele nacht.

ETA en ESTA vergunningen regelen. Internet ligt eruit. Digitale tickets uitprinten. Internet doet niks. Vouchers voor hotels en excursies. Gelukkig doet Internet het morgen weer. Zeker weten. Toch? 

Heerlijk, slapen, zegt het artikel. Nou, dat doen we. Welterusten, schat. Gelukkig zijn wij rustig, zijn wij kalm. Wij wel.

Mag er echt maar zo weinig in die koffer? Hadden we toch niet die grotere moeten kopen…